El Camino de la Muerte
Stof, stof, stof
Na een heerlijke Taco maaltijd verlaat ik Coroico uiteindelijk richting Caranavi langs wat ongetwijfeld de nieuwe meest gevaarlijke weg van de wereld is. Stof, stof en nog eens stof. De hellingen zijn van eenzelfde kaliber maar stof neemt al het zicht weg en als ik het erop waag om na massas zand gevreten te hebben een vrachtwagen voorbijsteek, zie ik plots de lichten van een auto vlak voor me, blokkeert mijn voorwiel en kom ik onzacht met de grondin aanraking. Zonder veel erg deze keer, maar het gevaar is permanent aanwezig. Mijn ALU bakken zijn nu dermate gehavend en als ik in het spookachtige Caranavi toekom, laat ik er een paar klinknagels inschieten om de boel iets of wat samen te houden. Ik ontmoet er Anne, een Duitse NGO medewerkster en ik ben blij dat ik een leuk gesprek kan voeren. Hier bekijken de mensen mij alsof ik van mars kom.
Aiaiai
River crossings…
Ik was verwittigd voor diepe rivier oversteken en als de nacht valt sta ik aan de oever van een 100 m brede rivier. Ik vraag aan een paar jongeren of het doorwaadbaar is en ze verzekeren mij dat 30 cm de maximale diepte is. Ik besluit er gewoon rechtopstaand door te rijden. Ja zeg, voor 30 cm ga ik heus niet belachelijk doen. Tot ik het water zie stijgen en stijgen en stijgen … Godverdegodver, die klootzakken staan aan de oever te lachen voor dood en ik zit te midden van die rivier met het woeste water net onder de luchtinlaat. Ik moet gewoon door. Als ik hier water hap zit ik pas echt in de shit. Bovendien zijn de rotsen op de bodem nu niet van het formaat kiezelsteentjes, dus het wordt verder nog een serieuze evenwichtsoefening. Ik bereik uiteindelijk zonder veel kleerscheuren de overkant, giet mijn boots leeg en besluit in het eerstvolgende dorp te overnachten. Ik slaap bij een boer op een betonnen ondergrond onder een afdak en eet zoals gewoonlijk arroz con pollo, of was het nu pollo con arroz (kip met rijst)? Lekker is anders maar details deren me niet. Een goeie pint met de boer en dan met een pijnlijke rib onder de wol om s morgens wakker gelikt te worden door de hond. De boer wilde geen vergoeding en heeft me verder nog massas verse pomelos en mandarijnen meegegeven. Heerlijk. De volgende rivier oversteek is minder smal maar even diep en het water staat nog wilder, maar ook hier geraak ik gelukig zonder kleerscheuren door.
Uitgeput
De volgende dag lekker ontbeten, even de lokale markt bezocht om daarna mijn weg verder te zetten richting Copacabana, Bolivië. Als ik net buiten Sorata benzine tank, zie ik dat het achter subframe doorgescheurd is. De lokale wonderlasser fikst het in een wip en wat ik vroeger als een ramp zou hebben beschouwd, is nu slechts een detail. Hier leer je relativeren.
Copacabana, Titicacameer, Isla del Sol
Terug in Copacabana genieten we nog even van het nachtleven en de volgende dag wordt er uitgebreid afscheid genomen.
Puno, Cusco en een hoop miserie onderweg
Nu gaat het verder richting Peru. Als ik de grens over wil verzekert een Boliviaanse grenswachter me dat ik big money moet betalen omdat de import documenten voor de motor niet in orde waren, maar na veel gevloek, geweiger en gedreig bol ik even later toch gratis Peru binnen. De wegen zijn hier goed en ik steek aan hoge snelheid door tot Puno, waar ik Jan opnieuw tref en met hem het toeristische circus van de drijvende eilanden bezoek. Leuk om te zien maar de authenticiteit is ver zoek en je portemonnee al gauw een pak lichter. Voor de rest stelt Puno niet zoveel voor en ik besluit om de dag erna door te steken naar Cusco. Alleen, er is een dag van algemene staking afgekondigd en als ik s morgens wil vertrekken liggen de straten letterlijk bezaaid met kapotte flessen en rotsblokken. Ik geraak er uiteindelijk door maar verder op de weg zijn er meer versperringen. Ik lul mij er steeds uit met een verhaal over mijn doodzieke kind en dat het van levensbelang is dat ik zo snel mogelijk in Lima geraak. Bijna iedereen slikt het maar in Juliaca wordt ik getrakteerd op een stenenregen en moet ik vluchten, het gas vol open. Even verder raak ik ingesloten in een menigte en beginnen vrouwen met waszakken op mijn hoofd te slaan. Gas open is opnieuw de enige remedie en de menigte springt uit elkaar. Ik besef dat ik geluk heb gehad. Nu nog even over het asfalt en langs leuke kronkelbaantjes om uiteindelijk in Cusco aan te komen. Cusco is een mooie stad. Het bruist er van het leven, je kan er lekker eten en ik ontmoet er hele leuke mensen.
Machu Picchu
Om 5 uur in de ochtend vertrekken de eerste bussen vanuit Aguas Calientes richting Machu Picchu. De stroom toeristen is er nog niet en de site ligt er verlaten bij. Ik ontmoet er een Frans sprekend gezelschap en zie er Lisa terug. Deze plaats is, in tegenstelling tot wat ik er van had verwacht, adembenemend impressionant. Het heeft iets sacraals en is zo mooi in al zijn eenvoud. Na een klim op Wayna Picchu, de herkenbare hoge rots die de site typeert, gaat het tegen de middag terug richting motor. Groot is mijn ontzetting als ik vaststel dat ik om 12.30 u de laatste trein reeds heb gemist. Men is er hier duidelijk op uit om de mensen hier zo lang mogelijk in het toeristische circus van Aguas Calientes te houden. Ik besluit de terugweg opnieuw te voet te doen, dit keer in een veschroeiende hitte. Het zweet regent mij af en ik ben blij als ik uiteindelijk afkoeling vind door de snelheid van de motor. De laatste halte voor ik doorsteek naar de kust wordt Ollantaytambo, waar ik verkleumd van de kou en stijf als een plank toekom om mezelf terug te vinden in een rotte kamer met een ijskoude douche. Maar de afgelopen dagen waren mooi geweest en ik vergeet de praktische miserie met alle gemak. Volgende week op naar de kust en dan terug naar Chili!