Potosi, dat is de mijn en niks dan de mijn. De kitscherige veelkleurige ledverlichting van de historische gebouwen gaat perfect samen met de vele goedkope pizzeria’s waar je echt niet vrolijk wordt van de kwaliteit van deze – normaalgezien overheerlijke – Italiaanse schijf. Dus boekten we een tour met een oud-mijnwerker en werden we letterlijk van onze sokken geblazen. De miserabele werkomstandigheden van de vaak heel jonge mijnwerkers (14j), de lage levensverwachting door stoflong en metaalvergiftiging en de vervallen staat van de installaties en constructies: ze grijpen je naar de keel. Op de markt kochten we eerst nog alcohol van 90°, mierzoete chemische limonade, een grote zak cocabladeren en een staaf dynamiet. Cadeautjes voor de werkers beneden, behalve dan die staaf dynamiet. Die werd door onze gids vakkundig geprepareerd en voor de fun in de fik gestoken. Nooit heb ik zo’n knal gehoord. Door merg en been ging het! Knotsgek, die mannen!

The mine in Potosi: The bang was incredible

De mijn in Potosi: de knal was ongelooflijk!

Langs de kronkelweggetjes reden we voornamelijk over het asfalt door naar Sucre. Hier kwamen we even op adem in een over-sociale backpackers vol interessante reizigers. We deden ons tegoed aan de heerlijke keuken van de mama’s in de comedors, de arme mensen restaurantjes zullen we maar zeggen, en genoten van deze historische stad. Eerst langs de weg en dan langs de piste reden we door richting Coroico. Maar wat we op één dag dachten te rijden, bleek uiteindelijk de volle vier dagen te duren. Er kwam maar geen einde aan het gekronkel door de bergen. De bussen en vrachtwagens die de hele weg veranderden in één grote stofwolk,  waren ook niet bepaald bevorderlijk voor onze snelheid. Maar de rit zelf, langs de eindeloze coca-velden en verlaten dorpjes, was heerlijk. El Camino de la Muerte, de ‘Weg des Doods’, was de kers op de taart. 35 km bergop, vlak naast een verticale, diepe kloof en dat door mist en onder watervallen… Deze ooit ‘gevaarlijkste weg van de wereld’ blijft een must-do voor wie in de buurt is.

Llama's along the track to Potosi

Lama’s op de piste naar Potosi

Steep drops but still smiling :-)

Steile afgronden, maar nog steeds met de glimlach :-)

Coca fields on our way to Coroico

Coca-velden op de weg naar Coroico

Caroline on El Camino de la Muerte

Tom op El Camino de la Muerte

 

La Paz betekende in de eerste plaats feest: we waren net 1 jaar onderweg en dat konden we niet ongemerkt laten voorbijgaan. Er werd lekker gegeten en gefeest tot in de vroege uurtjes, Bolivian style. We genoten van de heerlijke drukte van deze gekke stad tegen de rotswanden, maar na 5 dagen was het welletjes geweest. We moesten verder, al was het geen sinecure om de stad terug uit te rijden. La Paz heeft een traditie van stakingen en betogingen en dat was die dag niet anders. Meer dan 3 uur deden we over 5 km!

La Paz, a crazy city

La Paz, een gekke stad

Het Titicacameer is het hoogst bevaarbare meer ter wereld en is beslist de moeite waard. Copacabana is de perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan ‘Isla del Sol’ en ‘Isla de la Luna’, volgens de Inca overlevering de geboorteplaats van respectievelijk de zon en de maan. Het staalblauwe meer op 3800m hoogte met op de achtergrond de met sneeuw bedekte toppen van de Cordillera. Het blijft magisch!

Van hieruit was het nog slechts een kwartiertje tot de Peruaanse grens. Bolivia, het blijft een niet te missen topper!

Holding on to the bikes on the ramshacle ferry on Lake Titicaca

De motoren werden stevig vastgehouden op de gammele boot op het Titicaca-meer

All is still pretty traditional in Bolivia

Alles is nog behoorlijk traditioneel in Bolivië

Isla de la Luna on Lake Titicaca, snow capped mountains in the background

Isla de la Luna op het Titicaca-meer, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond