Kaapstad
Van Kaapstad, door Namibië, tot de Angolese grens en terug. Caro op een KTM 640 adventure en ikzelf op een KTM 990 adventure. Dat zijn de contouren van het plan voor de komende maand. Onze eerste opdracht hier in Kaapstad? Zorgen dat we onze wheels onder de kont hebben! De motoren werden ruim op voorhand per container verscheept maar komen alsnog twee dagen te laat aan. This is Africa, you know, alles relaaaaax. We relativeren en zijn eigenlijk niet eens zo gek teleurgesteld. In plaats van snel snel de motor op te wippen en het gas open te draaien, genieten we van de +30 graden in hartje winter op het Zuidelijk halfrond, kuieren we wat rond in Kaapstad en doen we een typisch Afro-Belgisch terrasje: Blauwe Chimay met zicht op de Tafelberg. Even chillen voor we het grote avontuur aanvatten…
De volgende dag al kunnen we de motoren gaan oppikken. ’s Morgens douane-inspectie en andere formaliteiten en dan de motoren terug in elkaar steken en de laatste voorbereidingen treffen. Nog even langs KTM Cape Town voor een nieuwe ketting om de volgende morgen door de ochtendspits van Kaapstad te laveren. Pas als we de stad uit zijn en ons eerste basic on the road breakfast achter de kiezen hebben, lijkt het alsof de trip echt is gestart. Ons brein schakelt over op travellers mode… Heerlijk!
Een graadje of 10?
We zijn gekomen voor Namibië en willen in Zuid-Afrika niet te veel tijd verliezen. Daarom gaat het de eerste paar honderd kilometer over verharde weg. Maar al gauw zit ik ongeduldig te draaien op de motor en kan ik het niet laten om in Bitterfontein, na menig gravel piste links en rechts voorbij te zijn gevlamd, een iets langere – zij het minder verharde – weg naar de Namibische grens te nemen. Het is al ruim 4 uur in de namiddag en we hebben nog een 150 km gemakkelijke gravelpiste te doen. Volgens mijn eerste berekeningen moet dat mooi te doen zijn voor het donker zodat we ergens bij de grens zouden moeten kunnen overnachten. Maar ik vergeet dat het hier om 6 uur donker wordt en dan bedoel ik in een mum van tijd pikdonker! Het is winter hier en de 30 graden middagtemperatuur en de volle zon hebben me van de wijs gebracht. Daarbij komt dat Caro nog wat moet wennen aan de piste. Hier en daar zitten er iets minder stabiele stukken in en het geslinger van de motor bij hogere snelheden doet haar bij wijlen panikeren. 60 km per uur is nu niet echt wat ik in gedachten had, maar ik moet zeggen dat ze het voortreffelijk doet met haar jaartje motorervaring. No worries, dat betert heus wel…
We stranden ergens in het midden van de piste maar geen nood: hier staan bolletjes met plaatsnamen genoeg op de kaart dus voor het vallen van de duisternis gaan we op zoek… Tsja, hier had toch wel al iets moeten zijn… Zo fout kunnen we toch nooit zitten? Niet dat we hier meteen een shopping mall hadden verwacht maar toch… We zien letterlijk geen half huis… of toch… Ja daar is een vervallen hek met een oprijlaan. Oef! Hopelijk zijn het vriendelijke mensen waar we de nacht kunnen doorbrengen en ik begin al te dromen van een heerlijk kom soep met van die dikke sneden versgebakken brood geserveerd door een Afrikaanse mama. Helaas… Als we uiteindelijk bij een huis komen, blijkt het volledig verlaten te zijn. Het ziet er nochthans een behoorlijke villa uit, maar een levende ziel is er niet te bespeuren en dat is, zo wordt me later verteld, het geval voor alle bolletjes op de kaart… The place is completely deserted here!
Snel beslissen we de tent op te zetten en de nacht daar door te brengen. Elk nog een chocoladereep als noodrantsoen naar binnen gewerkt en dan oogjes dicht. Best wel gezellig, zo knus in dat tentje, tot ik na een uurtje beslis mijn thermische onderkledij toch maar aan te trekken. Behoorlijk uitzonderlijk voor mijn doen want in bed ben ik meestal de warme. Caro schurkt zich tegen me aan en vraagt naar mijn idee van de temperatuur. Graadje of 10 misschien, zeker niet warmer. De rest van de nacht hebben we van de kou amper een oog dicht gedaan en groot is mijn verbazing als ik bij het ochtendgloren bibberend de tent opentrek: alles is gewoon wit aangevroren. Die 30 graden zijn hier wel érg snel omgeslagen. Mijn thermometer geeft -5 aan en we hebben de grootste moeite om onze spullen bij elkaar te krijgen en de tent af te breken. Motoren worden gestart en de handen gaan op de uitlaat terwijl we nog staan rond te springen in ons ondergoed, verkleumd van de ijzige kou.
Even later komt Geert, een vriendelijke zwarte Afrikaanse schapenhoeder, ons van over de heuvel tegemoet en hij moet lachen als hij ons daar bezig ziet. Het moet inderdaad een vermakelijk zicht zijn, maar hij heeft warme koffie en een kampvuurtje in de aanbieding en we laten het ons meer dan welgevallen. Even later zwaait hij ons uit en zetten we verder koers richting Namibische grens. Onze eerste emergency camping is een feit!
Het rijden gaat voor Caro steeds beter en we halen mooie snelheden van 80, later 100 km per uur op de heerlijke pistes van Namibië. Af en toe moet ik even aan de adrenaline en dat weet ze. Dan gaat het gas flink open en drift ik me een weg door het landschap. Even verderop vinden we elkaar dan terug en rijden we opnieuw samen. Alles gaat geweldig en we genieten van de imposante Fishriver Canyon om daarna over de pistes naar de betoverende Sossusvlei met zijn geweldige zandduinen te rijden. Overnachten gebeurt doorgaans in de tent op één van de vele rustige campsites in de Namibische natuur. Onderweg hier en daar een struisvogel, een baviaan, iets wat in de verte op een panter of zo lijkt en veel springbok en klein wild.
Look at me! Of toch maar niet…
De laatste 60 km tot de Sossusvlei zijn asfalt maar het maakt het landschap er niet minder mooi op. De enorme duinen zijn overweldigend hier. De laatste paar kilometer echter zijn diep mul zand. Een groot plakkaat wijst me er netjes op dat hier enkel 4×4 voertuigen door mogen. De parkeerwachter houdt me tegen en zegt dat ik een plaatsje in de shuttle voor toeristen moet huren. Hola, mooi even niet! Even discussiëren brengt hem aan het verstand dat ik wel meer gewend ben en hij is bereid me de zanderige piste te laten rijden als ik aantoon dat ik 100 meter rechtop kan blijven. Hij grijnst en is duidelijk voorbereid op enkele gênante valpartijen. Maar vastberaden rijd ik een dikke 200 meter door het mulle zand en al moet ik zeggen dat het echt niet evident was met al die diepe sporen van terreinvoertuigen, ik had het toch maar mooi gehaald, haha!
Ik blaak van zelfvertrouwen en de parkeerwachter en de omstaanders zijn duidelijk onder de indruk. Afspraak is afspraak, al is het met enige tegenzin van de parkeerwachter die duidelijk anders had verwacht. Maar ik mag vertrekken. Caro gaat met de jeep. Nog even een zelfverzekerde blik achterom en dan als een warm mes door verse boter met de 990 door het zand… Of toch bijna… Alsof het lot ermee speelt, raak ik na amper 50 meter in een diep spoor en het gevolg laat zich al raden. Met een enthousiast publiek op de achtergrond, dat alles nauwgezet volgt, ga ik, en met mij mijn hele ego, grandioos op mijn snuiter. Hilariteit alom onder de omstaanders. Al een geluk dat ik mijn gezicht, rood van schaamte, achter mijn helm kan verstoppen. Het moet amper een halve seconde hebben geduurd vooraleer ik mijn motor met bagage terug recht krijg en mijn weg verderzet, maar het kwaad is geschied. Gevallen ben ik niet meer nadien, behalve dan van mijn sokkel…
Verder noordwaarts
We vervolgen onze trip verder noordwaarts en asfalt krijgen we voorlopig helemaal niet meer te zien. Comfort lijkt omgekeerd evenredig met de pracht van de omgeving hier, maar de prijzen zakken ook navenant. Rond de Spitzkoppe, een groep spitse rotsen die prachtig aftekenen tegen de felblauwe hemel, verleid ik Caro tot een iets uitdagender stukje offroad en ondanks het feit dat ze op het einde van de dag geen pap meer kan zeggen, gaat haar off road rijvaardigheid met rasse schreden vooruit. Dit komt dik in orde, daar ben ik van overtuigd als we uiteindelijk de kust bereiken.