Kaapstad
De volgende dag al kunnen we de motoren gaan oppikken. ’s Morgens douane-inspectie en andere formaliteiten en dan de motoren terug in elkaar steken en de laatste voorbereidingen treffen. Nog even langs KTM Cape Town voor een nieuwe ketting om de volgende morgen door de ochtendspits van Kaapstad te laveren. Pas als we de stad uit zijn en ons eerste basic on the road breakfast achter de kiezen hebben, lijkt het alsof de trip echt is gestart. Ons brein schakelt over op travellers mode… Heerlijk!
Een graadje of 10?
We zijn gekomen voor Namibië en willen in Zuid-Afrika niet te veel tijd verliezen. Daarom gaat het de eerste paar honderd kilometer over verharde weg. Maar al gauw zit ik ongeduldig te draaien op de motor en kan ik het niet laten om in Bitterfontein, na menig gravel piste links en rechts voorbij te zijn gevlamd, een iets langere – zij het minder verharde – weg naar de Namibische grens te nemen. Het is al ruim 4 uur in de namiddag en we hebben nog een 150 km gemakkelijke gravelpiste te doen. Volgens mijn eerste berekeningen moet dat mooi te doen zijn voor het donker zodat we ergens bij de grens zouden moeten kunnen overnachten. Maar ik vergeet dat het hier om 6 uur donker wordt en dan bedoel ik in een mum van tijd pikdonker! Het is winter hier en de 30 graden middagtemperatuur en de volle zon hebben me van de wijs gebracht. Daarbij komt dat Caro nog wat moet wennen aan de piste. Hier en daar zitten er iets minder stabiele stukken in en het geslinger van de motor bij hogere snelheden doet haar bij wijlen panikeren. 60 km per uur is nu niet echt wat ik in gedachten had, maar ik moet zeggen dat ze het voortreffelijk doet met haar jaartje motorervaring. No worries, dat betert heus wel…
We stranden ergens in het midden van de piste maar geen nood: hier staan bolletjes met plaatsnamen genoeg op de kaart dus voor het vallen van de duisternis gaan we op zoek… Tsja, hier had toch wel al iets moeten zijn… Zo fout kunnen we toch nooit zitten? Niet dat we hier meteen een shopping mall hadden verwacht maar toch… We zien letterlijk geen half huis… of toch… Ja daar is een vervallen hek met een oprijlaan. Oef! Hopelijk zijn het vriendelijke mensen waar we de nacht kunnen doorbrengen en ik begin al te dromen van een heerlijk kom soep met van die dikke sneden versgebakken brood geserveerd door een Afrikaanse mama. Helaas… Als we uiteindelijk bij een huis komen, blijkt het volledig verlaten te zijn. Het ziet er nochthans een behoorlijke villa uit, maar een levende ziel is er niet te bespeuren en dat is, zo wordt me later verteld, het geval voor alle bolletjes op de kaart… The place is completely deserted here!
Even later komt Geert, een vriendelijke zwarte Afrikaanse schapenhoeder, ons van over de heuvel tegemoet en hij moet lachen als hij ons daar bezig ziet. Het moet inderdaad een vermakelijk zicht zijn, maar hij heeft warme koffie en een kampvuurtje in de aanbieding en we laten het ons meer dan welgevallen. Even later zwaait hij ons uit en zetten we verder koers richting Namibische grens. Onze eerste emergency camping is een feit!
Het rijden gaat voor Caro steeds beter en we halen mooie snelheden van 80, later 100 km per uur op de heerlijke pistes van Namibië. Af en toe moet ik even aan de adrenaline en dat weet ze. Dan gaat het gas flink open en drift ik me een weg door het landschap. Even verderop vinden we elkaar dan terug en rijden we opnieuw samen. Alles gaat geweldig en we genieten van de imposante Fishriver Canyon om daarna over de pistes naar de betoverende Sossusvlei met zijn geweldige zandduinen te rijden. Overnachten gebeurt doorgaans in de tent op één van de vele rustige campsites in de Namibische natuur. Onderweg hier en daar een struisvogel, een baviaan, iets wat in de verte op een panter of zo lijkt en veel springbok en klein wild.
Look at me! Of toch maar niet…
Ik blaak van zelfvertrouwen en de parkeerwachter en de omstaanders zijn duidelijk onder de indruk. Afspraak is afspraak, al is het met enige tegenzin van de parkeerwachter die duidelijk anders had verwacht. Maar ik mag vertrekken. Caro gaat met de jeep. Nog even een zelfverzekerde blik achterom en dan als een warm mes door verse boter met de 990 door het zand… Of toch bijna… Alsof het lot ermee speelt, raak ik na amper 50 meter in een diep spoor en het gevolg laat zich al raden. Met een enthousiast publiek op de achtergrond, dat alles nauwgezet volgt, ga ik, en met mij mijn hele ego, grandioos op mijn snuiter. Hilariteit alom onder de omstaanders. Al een geluk dat ik mijn gezicht, rood van schaamte, achter mijn helm kan verstoppen. Het moet amper een halve seconde hebben geduurd vooraleer ik mijn motor met bagage terug recht krijg en mijn weg verderzet, maar het kwaad is geschied. Gevallen ben ik niet meer nadien, behalve dan van mijn sokkel…
Verder noordwaarts
We vervolgen onze trip verder noordwaarts en asfalt krijgen we voorlopig helemaal niet meer te zien. Comfort lijkt omgekeerd evenredig met de pracht van de omgeving hier, maar de prijzen zakken ook navenant. Rond de Spitzkoppe, een groep spitse rotsen die prachtig aftekenen tegen de felblauwe hemel, verleid ik Caro tot een iets uitdagender stukje offroad en ondanks het feit dat ze op het einde van de dag geen pap meer kan zeggen, gaat haar off road rijvaardigheid met rasse schreden vooruit. Dit komt dik in orde, daar ben ik van overtuigd als we uiteindelijk de kust bereiken.