De grens met Ecuador in het noorden van Peru was er eentje met ellenlange wachtrijen en defecte computers. 3,5 uur duurde het vooraleer we, net voor het donker, uiteindelijk ons 31ste land binnenreden. Eerst ging het over het asfalt tot Cuenca, waar we ons met oudjaar onderdompelden in de lokale gebruiken en gemaskerd als twee Belgische smurfen de stad introkken en met de Ecuadorianen rond één van de vele feestvuren meevierden. Niet dat het laat werd deze keer. Kerstmis zat nog fris in het geheugen en vooral in de lever denk ik.
Voor een keer was er geen feest-recup de volgende dag. In de plaats daarvan zetten we het jaar in met een heerlijke pisterit door de bergen. Meteen kwam ook de eerste regen opzetten en werd één en ander toch een tikkeltje uitdagender. Toen ik met verse off road-banden een helling wilde oprijden op een piste die gemerkt stond als ‘seasonal’, gleed ik even snel terug naar beneden om uiteindelijk op mijn zij te belanden en de helling af te rollen door de modder. Maar gelukkig waren er voldoende alternatieven, zij het dan langs smalle, half weggespoelde paadjes waar voor de rest niemand te bespeuren viel. Toen we in El Triunfo op zoek moesten naar eten, werden we algauw met de realiteit geconfronteerd: de Ecuadoriaanse eetgewoonten zijn een mix van eentonigheid en uitdaging. Ofwel eet je rijst met kip, ofwel soep met ondefinieerbare brokjes dierlijk weefsel die – afhankelijk van het moment – al eens koeienmaag, niertjes of lever bleken te zijn. Not really our cup of tea.
Maar we zijn niet op en culinaire trip en dus reden we zonder morren verder noordwaarts. De slingerende graveltrack nam ons mee door de groene heuvels tot aan de Cotopaxi, die ene vulkaan die we absoluut moesten gezien hebben… Of niet! Want wat ’s morgens nog een fenomenaal zicht opleverde, daar zag je na drie uur en een opgeladen camera-batterij niks meer van. Wolken en regen zouden ons deel worden de komende weken. We hielden het nog even droog op de piste naar de Quilotoa lagune, maar even later viel het met bakken uit de lucht. Damn!
Voor Carolines verjaardag hadden we het internet afgestruind op zoek naar een geschikte locatie en het was Caroline zelf die kwam aandraven met een wel heel leuke hostal. Zwembad, whirlpool, wellness en dat, in tegenstelling tot de andere hotelletjes, voor een heel schappelijke prijs. Uren reden we door de gietende regen met het idee dat we alles snel zouden vergeten zijn als we zalig in de jacuzzi zouden liggen met een glaasje bubbels. Het draaide anders uit. Bij aankomst bleek het zwembad halfvol te staan met groen water en lag de hond des huizes te slapen in de hotpool. De kamer rook beschimmeld en de hele locatie leek in de verste verte niet op de foto die we online vonden. Het beste wat we konden vinden zonder ons cholesterolgehalte op de proef te stellen was een goedkope microgolfchinees. It is what it is, zeggen we dan. We leven van de liefde en die verjaardag heeft ze echt nog wel te goed!