Met spijt in het hart moesten we afscheid nemen van Bolivië, maar na bijna een maand was het hoog tijd voor het volgende land, Peru. En het moet gezegd: het eerste contact was meteen een schot in de roos. De grensovergang verliep super vlot, de mensen zijn vriendelijk en behulpzaam en de landschappen prachtig.
Na de perfecte asfaltweg tot Puno besloten we naar Arequipa te rijden via de piste. Hoewel de oude dame van het plaatselijke winkeltje ons verzekerde dat de gloednieuwe weg een pak beter was dan de ‘carretera antigua’, kozen we zoals zo vaak toch voor ‘the road less travelled’. En we hebben het ons niet beklaagd. De uitzichten waren fenomenaal, we kwamen zo goed als niemand tegen en genoten van het rijden. We kampeerden aan een lagune vol flamingo’s. De koude nacht kon ons niet meer deren na één van de mooiste zonsondergangen die we ooit zagen. Dat we de twee blikken tonijn en het sausje onderweg kwijtgespeeld waren door een gescheurde zak, was dan ook het minste van onze zorgen. Genieten, dat moet je doen, zelfs al heb je alleen wat brood, een wortel en een blik tomatenpuree…
Arequipa is voor mij tot nu toe één van de mooiste steden die we al bezocht hebben, vooral het historisch centrum dan, vol indrukwekkende authentieke gebouwen met veel karakter. Zelfs de Burger King vind je hier in een prachtig pand (aan de buitenkant dan toch J). Het is ook een stad die ‘leeft’, waar mensen op straat volksdansen, waar muziek is, waar je lekker kan eten en heerlijke pisco’s kan drinken.
Maar zoals dat gaat bij ons, klinkt de lokroep van de piste nogal snel. Na een dagje rust reden we verder naar Chivay. De Colca-vallei is een must do als je in deze regio bent. Dat er een asfaltweg loopt van Arequipa naar Chivay, dat negeerden we, en we kozen alweer voor de kleine lijntjes op de kaart. Of net dat éne lijntje dat niet op de kaart stond… Tom heeft een neus voor dit soort tracks… Zand, modderige riviertjes, stenen, weggespoelde piste, we zagen het allemaal. Ik heb een paar keren goed gevloekt in mijn helm, maar evengoed genoten van de adembenemende natuur. Vooral toen ik op een bepaald moment mijn hoofd opzij draaide en oog in oog stond met een vulkaan die op dat eigenste moment en op amper enkele kilometers van ons, besloot as en stof te spuwen. Wow!
Het Amazonewoud zou onze volgende stop worden. Na weken op de hoge, droge en koude Altiplano, werden we nu bijna levend gestoomd in onze Gore-Tex jassen. Hoe dichter we Puerto Maldonado naderden, hoe groener, warmer en natter het werd. We waren dan ook doorweekt toen we in onze hostel toekwamen en er stond op z’n minst 4 cm water in onze laarzen. ‘Jullie zijn hier net op tijd toegekomen, straks gaat het regenen’, zei de eigenaar met een brede glimlach. Het regenwoud heeft zijn naam absoluut niet gestolen!
Villa Hermosa bleek een stukje paradijs op aarde, midden in het groen, met papegaaien en apen die nieuwsgierig een kijkje komen nemen, en met veruit het lekkerste ontbijt dat we al hadden in Zuid-Amerika. De ideale plaats om te werken, wat tot rust te komen en de verdere route uit te stippelen. De uitstap in het Amazonewoud, tussen de voor ons onbekende fauna en flora, maakte het plaatje compleet. We zijn weer volledig opgeladen voor de rest van Peru!