We hebben Dakhla en de Westelijke Sahara achter ons gelaten en buiten de gestolen benzinefles verliep alles probleemloos. De grens met Mauritanië zou een horrorverhaal worden, zo werd ons meermaals verteld. We zouden ons blauw betalen en het zou een eeuwigheid duren. Maar het verliep allemaal bijzonder vlot en we hoefden niet eens extra geld toe te stoppen. Sympathie en bewondering voor onze trip naar Zuid-Afrika nam de bovenhand.

The Polisario now have a 'checkpoint' at the Mauri border

De Polisario hebben nu ook een ‘checkpoint’ aan de Mauritaanse grens

Mauritaniërs zijn van een andere slag dan de Marokkanen, zo werd al gauw duidelijk. Heb je iets ‘echt’ nodig, dan proberen ze je uit te persen als een citroen, zeker in de grote steden . Het leven is er – ondanks de erbarmelijke leefomstandigheden van de modale Mauritaniër – allesbehalve goedkoop.

Nouadhibou streetfood

Nouadhibou streetfood

We gaan vanuit de noordelijke stad Nouadhibou zuidelijk via de grote asfaltweg en nemen een zijstapje over het strand door het Parc National D’Arguin. Pelikanen doen zich te goed aan het afval van de vissers op het strand en als alweer een zwerm vogels boven onze motoren scheert, kunnen we niet anders dan onder de indruk zijn.

Beach ride between Nouadhibou and Nouakchott

Strandrit tussen Nouadhibou en Nouakchott

Beach ride between Nouadhibou and Nouakchott

Strandrit tussen Nouadhibou en Nouakchott

De hoofdstad Nouakchott is er één die uitblinkt in vuiligheid. Hopen afval liggen er, overal, in elke wijk. En als het niet in de fik wordt gestoken, wordt er gauw nog een lading bij gekieperd. Met al dat visafval is de geur soms niet te harden.

A regular taxi in Nouakchott, I kid you not!

Zo ziet een normale taxi eruit in Nouakchott, I kid you not!

Al gauw zoeken we het binnenland op en na een rit van een goeie 400 km strijken we neer in Atar. Hier en daar is het behoorlijk moeilijk om benzine te vinden en zijn we op de zwarte markt aangewezen. Overal is er wel een poort te vinden waarachter gesmokkelde Algerijnse benzine in jerrycans wordt verkocht. Maar het contrast met de hoofdstad is groot. Het is hier, gezien de omstandigheden, behoorlijk netjes en mensen zijn meer “easy going”.

Via 90 km wasbordpiste gaat het naar de historische stad van Chinguetti. Nu kan je wasbord op twee manieren rijden: tegen 20 km/u of boven de 80 km/u. Alles daartussen trilt je motor gegarandeerd aan stukken. Het gas gaat dus iets verder open en de piste laat snelheden tot 110 gemakkelijk toe. Caroline gaat met haar 90 km/u iets trager dan ik, dus ik rijd een beetje voorop. Maar als ik in Chinguetti toch al een vol kwartier in mijn achteruitkijkspiegel zit te staren, bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Ik beslis terug te rijden om te zien waar mijn motarda blijft. Een vijftal kilometer verder zie ik ze liggen, naast een gecrashte motor. Ze heeft pijn, is volledig van de kaart, weet niet meer waar ze is of wat ze daar doet.

After the crash...

Na de crash…

Met de hulp van 3 Duitse toeristen geraken we in het ziekenhuis van Chinguetti, waar het vermoeden rijst dat haar arm en ribben gebroken zijn. Alleen, de X-ray doet het niet en daarom wordt ze per ambulance via een hobbelige rit terug naar Atar gebracht. De technieker die het röntgenapparaat bedient, stelt de diagnose hier: geen breuken. Wel een zware hersenschudding, een hele reeks gekneusde ribben en een gezwollen linkerkant van haar lichaam, van boven tot beneden. De avond voordien had ze nog lachend gezegd: “we zijn 5 weken ver en we zijn nog geen van beiden in het hospitaal beland!” As if fit were meant to be…

Het plan was om Kerstmis te vieren in Senegal.  In plaats daarvan wordt het een droge kerst in de Sahara, bij de immer sympathieke Hollandse herbergier Just. Het had erger gekund.

Hopelijk zijn we voor oudjaar in Senegal! It is what it is!