Grrrrrrrrr…rensovergang

Ik ben blij dat we eindelijk voor zonsondergang de grens bereiken, maar die blijdschap gaat algauw over in ongeduld en frustratie. De grensformaliteiten maken je gek. Dik twee uur duwen, trekken, drummen en gesticuleren heb ik nodig om op een en dezelfde plaats alle stempels bij elkaar te krijgen. Menig onofficieel drinkgeld verwisselt van eigenaar voor we uiteindelijk Syrië binnenrijden… in het donker. Laat die Syriërs nu niet meteen het meest verkeersvriendelijke volkje van het noordelijk halfrond zijn en je zal snel begrijpen dat de we hem menigmaal geknepen hebben als voor de zoveelste keer een vrachtwagen een onvoorzien uitwijkmanoeuvre maakt.
Het is laat als we Aleppo bereiken en als ik temidden van een druk kruispunt mijn overjaars mini laptopje bovenhaal om de digitale reisgids te raadplegen, zijn we het middelpunt van de belangstelling. Mensen staan in een kring om ons heen en er wordt, niet eens zo gek discreet, toch maar even gepolst of we wel degelijk getrouwd zijn. Als we onze fake trouwringen tonen, lijkt alles wel snor te zitten en zijn we tenminste voor hen een doodzonde armer.

Aleppo

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Aleppo - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Aleppo
De volgende morgen confronteert ons met een ware cultuurshock. De immense drukte van de stad is wennen. Overal lawaai, overal wordt je aangeklampt. In de massa volk lijkt iedereen ook iedereen te kennen.Vrouwen lopen in niquab over straat, enkel met de ogen zichtbaar. Soms vraag ik me af of onder die kledij een knappe vrouw schuilt. Ik heb er alleen maar het raden naar. Ze zijn heel schuw en duidelijk op hun hoede voor fotografen, want als ik nog maar de neiging heb mijn camera te beroeren, krijg ik alleen nog maar zwarte ruggen te zien. En Caro, die wordt uitgebreid bekeken en niet steeds op de vriendelijkste manier.
We raken eindeloos verdwaald in de doolhof van de souks waar het een drukte van jewelste is. Letterlijk alles wordt er verhandeld in winkeltjes van drie op drie meter. In de open lucht slaat de hitte ons om de oren. Bij de citadel brengt een terras de nodige afkoeling. Het avondmaal nemen we in een van de groezelige restaurantjes die de stad rijk is en in een uiterst merkwaardige stijl krijgen we ons bord voor onze neus gegooid door een Arabische versie van Freddy Mercury, maar dan norser… Afgaand op de reactie van de andere restaurantbezoekers, lijkt dit hier doodnormaal… Wij passen ons aan…
Compte rendu: Moyen Orient 2009. Ook dit is Aleppo - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Ook dit is Aleppo
Wat een vreemd gevoel heb ik terwijl we door de souks van Aleppo wandelen. De vrouwen hier geven niets van zichzelf prijs. Je kan alleen maar raden hoe ze eruit zien, want meer dan hun ogen krijg je niet te zien. Sommige vrouwen verbergen zelfs dat kleine stukje van zichzelf voor de buitenwereld. Ik voel mij een vuile slet als ik hier wandel. Ik heb een T-shirt met korte mouwen aan, mijn broek opgestroopt tegen de warmte en mijn haar los. Lang duurt het niet voor die broek ontrold wordt en mijn haar in een staart gaat, met haarband. Ik wil vooral niet shockeren maar blijkbaar doe ik dat wel, te voelen aan de voorbijganger die in mijn kont knijpt.
Ik blijf zoeken naar een stukje menselijkheid in die vrouwen. Tja, ze peuteren ook in hun neus, halen hun slip van tussen de billen, kopen lingerie in alle kleuren van de regenboog en kijken naar de, zelfs naar westerse normen, trashy pakjes die in de ‘etalages’ hangen. En toch, als ze een fototoestel zien, trekken ze hun hoofddoek over de ogen of maken zelfs rechtsomkeer. Op dit moment ben ik maar al te blij dat ik in België geboren ben…

Schatten in de woestijn

De weg naar het Zuiden loopt voor het grootste stuk door de woestijn. Door de snelheid die we maken en de droogte is de hitte draaglijk, maar je waant je werkelijk in een heteluchtoven. Misschien hebben we toch niet het juiste seizoen uitgekozen? One has to make a choice somewhere… Onderweg maken we kennis met de gastvrijheid van de Syrische plattelandsbevolking. De mannen helpen je maar al te graag en zijn duidelijk geinteresseerd in de grote motoren. Ze beschouwen het als een eer als je thee met hen drinkt en gebarentaal helpt je een heel eind op weg in iets wat in de verte op een premature conversatie begint te lijken. In tegenstelling tot Europese talen, waar je meestal nog min of meer iets kan uit opmaken, is Arabisch voor ons… nu ja… eigenlijk gewoon Chinees…

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Qasr al-Hayr al-Sharqi - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Qasr al-Hayr al-Sharqi
Op de weg naar Palmyra liggen verschillende totaal afgelegen en verlaten historische sites, toegankelijk voor iedereen. Ver weg van de toeristen kan je hier in alle rust genieten van de historische schatten die dit land te bieden heeft. Entreegeld betaal je hier niet en het begrip conservator is hier onbestaande. Geen ijsjes, cola of kebab, geen opdringerige verkopers en hele families die je aanstaren. Dit is cultuur in een pure omgeving. We bezoeken Ar Rasufa, oorspronkelijk een Assyrische, later Romeinse militaire vesting en Al Hir Al Sharki, een 7e eeuws residentieel paleis van de lokale kalief.
De weg biedt mogelijkheden te over om wat off road te gaan spelen en ik duik enthousiast het zand en de steentjes in. Ook Caro waagt zich steeds verder en komt het verplichte stuk gravel onderweg zonder kleerscheuren door, zij het al wat trillend op de benen. In Palmyra doen we ons tegoed aan een heerlijke maaltijd en het feit dat de Stella Egyptisch blijkt, ook qua smaak, kan me even niet deren. Een Amerikaanse ubersociale toeriste dreigt me nog even ei zo na op de zenuwen te werken maar de dag is goed geweest, echt goed!

Merkins, whatever… Palmyra!

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Palmyra at sunrise - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Palmyra at sunrise
Voor dag en dauw staan we op om de zonsopgang te zien vanop de citadel van Palmyra. De Amerikaanse had de dag ervoor benadrukt dat het een must do is en om 4.45 u staan we paraat. Tijdens de klim naar boven komen we haar onder luid hey, hellllllooooohooooo, wooohooo tegen, zoals het dit soort toeristen betaamt… op een kameel. Ooooh my goodness! We zwaaien vriendelijk terug en rijden door tot boven op de citadel. Behalve de wind hoor je hier niks. Alles is nog in een diepe slaap. We genieten intens van de zonsopgang en net als we klaar staan om terug af te dalen, zie ik vanachter de hoek… juist ja: de kameel met de luid joelende Amerikaanse, een half uur te laat. Sta je eens wat vroeger op, hijs je jezelf al eens op een kameel…
De historische site van Palmyra is een must do voor wie lak heeft aan toeristen en commercieel gedoe en toch van een stuk meer-dan-de-moeite-waard werelderfgoed wil genieten. De site is niet zo heel groot maar blinkt uit in schoonheid en compositie. De ruïne van wat vanaf de eerste eeuw voor Christus een belangrijke stad in centraal Syrië was met op de achtergrond de citadel. Adembenemend!

Koken of bakken

Vanuit Palmyra gaat het verder zuidwaarts over het asfalt en opnieuw worden we zowat gegijzeld aan de Syrische grens waar Kafka de plak zwaait. Rijkelijk laat komen we aan in de hoofdstad van Jordanië, Amman, via donkere, glanzende glibberasfalt zonder wegmarkeringen. Ongedierte tiert hier welig en als we stoppen om de kaart te lezen, besef ik ineens dat vlak naast mij een hoop vuilnis vergeven zit van de kingsize kakkerlakken. Het zijn er duizenden en ze rennen rond aan een snelheid die je niet voor mogelijk houdt. Snel de kaart onder mijn kont geklemd en gas gegeven. Ik krijg rillingen bij de gedachte dat zo eentje langs mijn botten naar boven zou kruipen… brrrrrr. Slapen is de boodschap hier en morgen zo vlug mogelijk verder.

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Dode Zee - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Dode Zee
De weg naar de Dode Zee voert je zowat 400 m onder de zeespiegel en bijna 50 graden boven het vriespunt. De hitte is hier niet te harden en er is geen zuchtje wind. Op de motor lijkt het wel of snelheid in zo’n geval net geen afkoeling brengt. Het is gewoon té heet. Het principe van de heteluchtoven wordt me meer dan duidelijk en als twee gebraden kippen komen we aan op het strand, waar locals een zonneschermpje met twee stoeltjes verhuren. Tegen mijn principes in nemen we plaats en betalen maar al te graag voor een beetje schaduw. Schaars goed heeft zijn prijs. Ik besluit de magie van het zoute water te beproeven en verheug me op een verfrissende duik… NIET dus. Drijven doe ik als de beste en ik had gerust een krantje kunnen lezen zo dobberend op mijn rug, maar afkoeling zit er niet in. Het water is heet, zo fucking heet! Caro waagt zich niet aan een duik, gezien de bespiedende blikken van mannen in de buurt en de compleet gesluierde vrouwen. We willen niet te veel bruskeren.

Nee, vandaag zijn we er nog niet…

We hadden gehoopt de rit tot Petra vandaag af te werken, maar wat op de kaart een relatief doenbare trip leek, bleek in werkelijkheid een gekronkel van jewelste. Heerlijk om te rijden, vooral op iets grotere hoogte en bijgevolg bij iets lagere temperaturen. De omgeving is prachtig, maar het wordt behoorlijk laat, mede door de zoveelste lekke band van Caro en het klassieke lokale feestje dat bij een dergelijk evenement wordt opgezet. We besluiten de nacht door te brengen nabij het natuurpark van Dana en in onze zoektocht naar een hotel belanden we in het pikdonker in the middle of nowhere. Caro is op en ik ga alleen op verkenning via een gravelpiste in het donker. Met enige tegenzin sla ik nog een uitnodiging af van een groep Jordaniërs die in het natuurpark in open lucht overnachten en een grote marmiet met heerlijk ruikende pruttelende spijzen op het vuur staan hebben. Ik krijg een Chicha aangeboden en ik heb best zin om hier te blijven maar ik bedank vriendelijk en keer terug naar Caro om samen met haar op zoek te gaan naar iets conventioneler voor de nacht, met lekker eten en een warme douche. Tegen 11 uur ‘s avonds staat een heerlijk maal op ons te wachten in een hotelletje in het centrum van het dorp van Dana en even later kruipen we doodmoe onder de wol. ‘s Morgens wordt pas duidelijk in wat voor een prachtige omgeving we ons bevinden, temidden van Jordanië’s grootste natuurreservaat op het kruispunt van vier bio-geografische zones. Zandsteenerosie zorgt voor grillige kliffen met de vlakke woestijn op de achtergrond. Imposant!
Vandaag zouden we graag in Petra geraken. Zoals gewoonlijk vertrekken we een beetje laat, maar de afstand die we moeten afleggen, is zeker haalbaar. Het is te zeggen: als ik niet voor de zoveelste keer plat rijd. Tom wordt er stilaan moedeloos van!
Eens terug op weg, nadat we weer kostbare tijd verloren zijn, komen we een van de weinige Jordaniërs tegen die perfect Engels spreekt. Hij kijkt bedenkelijk als hij hoort dat we die dag nog in Petra willen geraken en geeft ons de tip om te stoppen in Dana, volgens hem meer dan de moeite waard. Nu is het Toms beurt om bedenkelijk te kijken. Hij wil naar Petra!
We rijden verder door de heerlijke bochtjes: vermoeiend, maar echt fun… tot het donker wordt! Ik zie niet goed meer en alleen afgaan op Toms achterlicht is tricky en eigenlijk ook uitputtend. De laatste dagen eisen duidelijk hun tol. Plots zien we een pijl staan die de weg wijst naar het natuurreservaat waar die man het over had. We rijden de weg af, wat ook het einde betekent van dat kleine beetje straatverlichting. We komen op een stukje gravel. Hier ben ik zo al geen held op, laat staan in het donker. Ik ben op! We besluiten dat Tom even alleen op verkenning gaat en dat ik blijf wachten.
Tom vertrekt en terwijl ik zijn achterlicht verder en verder zie gaan, slaat de schrik mij om het hart. Ik word bang, echt bang. Behalve de sterren zie je hier niets, nada, rien de knots. Zwart is het, pikzwart! In de verte hoor ik honden huilen, of zijn het wolven? Het geluid van die beesten komt precies dichter… en nog dichter… Shit!
Mijn fantasie slaat op hol. Ik heb het beeld van uitgehongerde wolven die mij met huid en haar verslinden. Het beeld van Tom die alleen mijn afgekloven karkas terugvindt en mij moet identificeren aan de hand van mijn gebit. En mijn tanden zijn sinds deze morgen niet meer gepoetst!
Ik ben maar wat blij als ik, uuuuuren later (of was het toch maar een half uurtje?), een koplamp zie in de verte. Als een geschift wijf begin ik met mijn lichten te knipperen totdat hij op een meter van mij staat. Wat een opluchting! Hij heeft mij toch nog levend terug gevonden.

Petra at last

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Petra - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Petra
Nauwelijks een uurtje rijden later is het eindelijk zo ver: 18 dagen en 6000 kilometer na ons vertrek in België hebben we het einddoel van de reis bereikt: Petra! Het is alsof een last van onze schouders valt en we voelen ons allebei een beetje euforisch. Velen verklaarden ons gek, maar wij en dan vooral Caro heeft zichzelf bewezen, en hoe?! Ik ben echt fier op haar. Eerst even verdiend gechilled op een terrasje, een hotelletje gezocht en daarna, spanish style, short en sandalen, de motor op naar de ingang van de historische site. En die is gewoon… verbluffend! Machtig! De ingang (Siq) bestaat uit een bergkloof die tussen de 3 en 11 meter breed is, 1,2 km lang en op sommige plaatsen tot 200 m hoog. Hier voel je je nietig, hier lijkt alles overweldigend… Gigantische gebouwen uitgehouwen uit de rotsen passeren een na een de revue. Er lijkt geen einde aan te komen en ze vormen een prachtig panorama. Een halve dag kuieren we rond op de site en vallen we van de ene verbazing in de andere. We maken de klim naar het klooster en ook dat is voor Caro, omwille van haar hoogtevrees, een hele beproeving. Maar ze verlegt haar grenzen en weet ook dat te overwinnen. De overweldigende indruk van de site slaat je bij momenten uit je lood. Stil word je ervan. Er heerst een rustig sfeertje boven en we genieten van de late zon om net voor sluitingstijd terug af te dalen. Niet te veel naar beneden kijken Caro… Als afsluiter hebben we lekker gegeten op een terras en even ons facebookprofiel bijgewerkt voor de vrienden: Jaja, we zijn op onze bestemming! Jongens wat een heerlijke dag!

En nu… terug!

Tot Petra rijden is een ding, maar nu moeten we nog terug huiswaarts ook. En van de 4 weken die we hadden, zijn reeds 17 dagen voorbij. Het is duidelijk dat we voor de terugreis niet zullen moeten treuzelen. We proberen een stevig tempo aan te houden en rijden terug naar de Syrische grens langs de grote weg door de woestijn. Ik probeer ervoor te zorgen dat we aan het eind van de reis nog even op adem kunnen komen en wil koste wat kost zo ver mogelijk geraken.
De grensovergang verloopt opnieuw stroef en op een bepaald moment komt een of andere sterrenmarjonet doodleuk verklaren dat ik moet bewijzen dat Caro en ik getrouwd zijn. Opnieuw laat ik onze fake ringen zien maar dit keer willen ze een trouwboekje. Ik probeer hen uit te leggen dat het document in België is, en op de vraag waar België dan wel ligt, maak ik me ervan af met een « veeeeeeeeeeeery far away ». Geen glimlach deze keer maar een zeer bedenkelijke blik. Ik moet bij een hoge pief mijn geval gaan uitleggen, maar de taalbarriere en het feit dat ikzelf niet goed begrijp wat hiervan nu de bedoeling is, leiden tot een babylonische spraakverwarring. Ik heb de indruk dat hij geld verwacht ,maar ik gebaar mij van de domme. Hij geraakt geïrriteerd en gesticuleert dat ik moet maken dat ik wegkom… Terug naar het reguliere loket, aanschuiven, drummen, trekken duwen om jezelf een plaats te bemachtigen om daarna uit te leggen dat de grote moefti het eigenlijk ook niet meer weet. Een half uur later, met een air van whatever makes you happy en zonder ook maar naar de documenten te kij,ken ploft de ondermoefti drie stempels op onze documenten en doet denigrerend teken dat ik moet maken dat ik wegkom.

We ale flom China

So far so good, maar ondertussen is het opnieuw pikdonker en moeten we nog door de heksenketel van Damascus waar we bij een eetstop de attractie van de stad zijn. Iedereen graait gauw naar zijn GSM en in een mum van tijd staat ook de neef van de nicht van die vriend zijn schoonmoeders broer met heel zijn familie te trekken en te duwen om ook maar een glimp van de motoren op te vangen. Het wordt ons allemaal een beetje te druk maar we zien er ook het grappige van in. Op de vraag waar we vandaag komen, klinkt het steevast China en op de vraag wat er in onze camelbaks zit, luidt het whisky. Geagiteerd legt de ene aan de groep uit wat voor gekken we zijn en drukt hij ons op het hart dat whisky in China misschien kan, maar dat dat hier niet echt maatschappelijk aanvaard is en zeker niet in het verkeer! We hebben goed gelachen toen en nemen afscheid onder het mom dat we deze avond nog in China moeten geraken. Een enkeling kijkt bedenkelijk maar al de rest stelt zich geen vragen en wuift ons enthousiast uit. Nog even een paar 100 km in het donker en dan moet er geslapen worden. Een kleine H op de kaart blijkt een naar Syrische normen poepsjiek hotel met navenante prijzen: 85 EUR voor een kamer: daar sliepen wij tot voor kort een hele week van! Maar de tijd raakt op en de vermoeidheid slaat toe. We hebben geen keus, maar het wringt…

Krak

Compte rendu: Moyen Orient 2009. Krak des Chevaliers - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Krak des Chevaliers
De volgende morgen gaat het opnieuw over de grote weg. We kunnen flappen tappen in de grootstad Homs en we rijden door tot Krak des Chevaliers, een imposante burcht op een 650 meter hoge heuvel. Zij is « het » symbool van de kruistochtentijd en is een ideale uitkijkpost om de prachtige omgeving te overschouwen. Ik kan niet anders dan deze stop ten zeerste aan te bevelen, mede omwille van het leuke stukje bochtenpikken op de terugweg naar beneden. Na goed twee uur zijn we terug de weg op richting Turkse grens, maar de zoveelste lekke voorband van Caro gooit roet in het eten. Grrrrmmmmmmblllllll!!!! Dit kan toch niet waar zijn. De rustinnekes lijken niet te houden en komen steeds weer los. Ik heb het nu zowat gehad met de platte banden en als de ene na de andere, hoogstwaarschijnlijkk heel behulpzame Syriër een kijkje komt nemen, krijg ik het helemaal op mijn heupen. Een al te opdringerige typ snauw ik af en hij begrijpt het maar al te goed: Hij houdt een tiental meter afstand en maant iedereen die onze richting uitkomt aan om terug te keren. Grandioos! Onze eigen persoonlijk buitenwipper langs de snelweg! Kan ik eindelijk in alle rust de band wisselen. Het duurt langer dan voorzien omdat door het eindeloos herplakken de band nu dermate beschadigd is dat herstellen tricky wordt.
Daardoor zijn we genoodzaakt om net voor de Turkse grens in Lathakia te overnachten. Caro neemt deze keer de zoektocht naar een hotelkamer op zich en de tegenstelling met de eerste dagen van de trip zijn frappant: waar ze aanvankelijk op netheid en comfort was gesteld, komt ze deze keer breed glimlachend vertellen dat ze een goedkope kamer heeft gevonden. Ruim was het zeker, maar het was duidelijk lang geleden dat de hygienische inspectie hier was langsgeweest. Schimmel op de muur en in de badkamer en een mega, ondefinieerbare, opengespatte vlek op de muur. Ik probeer me maar niks in te beelden… We slapen in onze slaapzak en gaan douchen met sandalen. Maar we hadden snel een kamer, het moet gezegd. Caro leert relativeren. Geweldig!