De kust

Reisverslag: Namibië 2010. Cape Cross - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Cape Cross
Ik scoor nog even een nieuwe achterband bij een KTM-dealer in Swakopmund, want aan het profiel van mijn achterste desert te zien staat het vast dat mijn Michelin Desert het einde van de reis niet zal halen. Tsja, als je een groot kind loslaat in een speeltuin als deze… Dat betekent in elk geval ook dat ik, extreem adept van het concept minimalistische bagage, de komende tijd met een zware reserveband achterop zit. Maar de KTM reageert er bijzonder goed op en het doet geen afbreuk aan de offroad fun. Ooit gesprongen met een bepakte motor met reserveband achterop? Die 990 blijft verbazen…

Een kapotte pomp aan een welberekende verlaten benzinestop aan de kust doet ons heel wat kilometers en een hele rijdag verliezen. Ik slaag er maar net in om met Caro’s 640 op de laatste druppels benzine tot aan de bewoonde wereld terug te tuffen. Caro heb ik moeten achterlaten aan de pomp en de ietwat griezelige eenogige lokale pompbediende mag dan wel vriendelijk zijn, gerust is ze er in elk geval niet helemaal in gezien haar emotionele blijk van opluchting als ik haar uiteindelijk kom verlossen. Het zal pas de dag erna zijn dat we het befaamde Skeleton Coast Park in Damaraland inrijden.

Op het nippertje

Dit is het gebied van de woestijnolifanten en menig local wijst ons erop voorzichtig te zijn. Deze dieren kunnen behoorlijk agressief uit de hoek komen. Fel licht en lawaai zijn allerminst hun ding. Tsja, dat laatste speelt niet echt in mijn voordeel met mijn Akras zonder db killer en Caro haar 640 is ook niet bepaald van de stilste. Maar bon, off we go, de horizon afspeurend naar slurf…

Niet dat we bepaald succesvol zijn in het spotten van olifanten want behalve de logo’s op de waarschuwingsborden die je om de vijf voet tegenkomt, krijgen we geen grijze dikhuid te zien. Maar we amuseren ons kostelijk met de motoren in dit off road nirvana, al is het terrein voor Caro bij momenten een serieuze uitdaging. We laten ons de pracht van de overweldigende landschappen meer dan welgevallen.

Halverwege de route door het Skeleton Coast Park hebben we een overnachting gepland op een afgelegen campsite. We hebben temperaturen gezien van over de 35 graden en door de fysieke inspanning hebben we er een flink stuk van onze watervoorraad doorgejaagd. Als ik de receptie, nu ja receptie… van de campsite binnenwandel en alvast informeer of ze misschien een colaatje fris staan hebben, knikt de dame glimlachend van nee. Flessenwater dan?… Nee?… Frigo?… Nee?… Water?… Nee? Water yes but not good for drink. Dat is een pak minder. Maar het geluk is aan onze kant als zich nog bezoekers op de campsite aanbieden. Pascale, een Zwitserse die per 4×4 met haar 2 kinderen door Namibië reist, heeft een watertank van 60 liter en we kunnen onze camelbaks vullen. Samen met de drie liter die we nog in de bakken hebben zitten zou dit genoeg moeten zijn voor de resterende 130 km door de woestijn. Het idee van nog maar eens koude vleesballetjes uit blik (het gasvuurtje hebben we thuis gelaten) maakt plaats voor een warme maaltijd in Zwitsers gezelschap. Gezelligheid alom!

De volgende dag kondigt zich veelbelovend aan. De zon in ons gezicht en een stralende hemel boven het ruwe landschap van de woestijn. Alles loopt aanvankelijk vlot en Caro neemt de meest uitdagende hindernissen probleemloos. Wat een evolutie! Maar gaandeweg wordt het terrein zanderiger en tegelijkertijd geraakt Caro vermoeid. Nu is zand niet bepaald Caro haar ding. Ga je er rechtop door, dan valt alles goed mee, maar Caro peddelt en dat vreet letterlijk energie! Het duurt niet lang voor ze de motor een eerste keer op zijn zij legt. Motor recht en verder is de enige optie, maar haar reserves zakken verder onder het minimum. Op de duur ligt ze om de haverklap op haar zij, ze bezeert zich, de bakken zijn ondertussen al behoorlijk van vorm veranderd en haar spiegel is niet meer… Maar we moeten verder gezien de beperkte voorraad water…

Reisverslag: Namibië 2010. Brandberg mountain - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Brandberg mountain
Tot Caro gewoon op is. Het is drie uur in de namiddag, de temperatuur is ondraaglijk en we verspelen vocht door de hevige transpiratie. Hier stopt het voorlopig. Op 40 km van de grote weg zien we ons verplicht om in de schaduw van de motoren te gaan liggen en ons rustig te houden tot het koeler wordt en tot Caro is gerecupereerd. Ik kan haar hier toch niet achterlaten. Haar moeder doet me wat!

Tegen een uur of 6 proberen we het nog eens maar opnieuw gaat Caro keer op keer tegen de vlakte in het zand. Ze is gewoon uitgeput. Het wordt algauw duidelijk dat we hier de nacht zullen moeten doorbrengen, maar mijn kartonnen bek in combinatie met de schamele 300cc water die elk van ons maar heeft baart me zorgen. We drinken het walgelijke sap van een blik princessenboontjes maar de dorst blijft niet te harden. Wat deed Jommeke ook alweer als hij in de woestijn in watersnood zat? Juist ja: cactussen zoeken. Die zitten vol water! En toeval wil dat zo hier en daar een serieuze stekelplant te vinden is! Eureka! Ik klim de heuvel op en zet mijn zakmes in een dikke cactus. Maar het is een teleurstelling als ik merk dat binnenin de cactus wel sap zit, maar nog voor het op de grond druppelt, verandert in een dikke rubberachtige substantie. Ik lik nog even aan het vruchtvlees maar ook de smaak kan me allerminst bekoren en het doet mijn keel ondraaglijk branden. Soit, boontjessap dan maar…

We overnachten in de tent en ik ben allerminst gerust. En er prikt precies ook iets in mijn oog, of is het branden? Ja, dit is beslist branden te noemen. Godverdomme, het lijkt of mijn oog er gaat uitspringen. Dat moet dat verdomde cactussap zijn dat nog aan mijn vingers hing dat in mijn slaap in mijn oog is terchtgekomen. Ik sla in paniek want de pijn is niet te harden en hiermee geraak ik zeker niet uit de woestijn. Ik panikeer maar deze keer is het Caro die mij gerust weet te stellen, of althans heel goed doet alsof. Uren aan een stuk hebben we met de regelmaat van de klok mijn oog gespoeld met de druppels uit onze EHBO-kit en een slapeloze nacht verder gaat de pijn eindelijk liggen. Maar heb ik ook regelmatig van mijn waterzak genipt, helaas. Na een vruchteloze poging om de volgende morgen nog maar eens te rijden beslissen we dan toch dat ik Caro achterlaat en op haar motor hulp ga halen. Het is de enige optie. Ze is opgebrand en misselijk en eerlijk gezegd voel ik me ook niet meer zo fris als een aspirientje. Mijn opdracht is duidelijk: zonder bagage op de lichtere 640 als de bliksem zorgen dat ik hieruit geraak! Caro is er niet gerust in en ik evenmin eigenlijk… Het gas gaat vol open en het terrein is behoorlijk ruw. Ik doe behoorlijk zot en het voorwiel gaat bij menig hindernis de hoogte in in plaats van af te remmen. Tijd winnen moet ik doen! Als dit maar goed blijft gaan. Halverwege zuig ik mijn camelback volledig leeg. Nu moet het echt snel gaan. Het achterwiel spint continu en drift- en wheeliegewijs bereik ik na een goed uur de grote weg. Hier moet ik bekomen. Ik ben op en kan niet meer. Maar als ik de motor op zijn zijpikkel zet en even ga zitten, wordt alles zwart voor mijn ogen en val ik letterlijk om. Compleet knock-out. Ik word wakker en krabbel terug overeind. Misselijk van uitputting haal ik het tot een boerderij even verderop. De emotie wordt me te veel en mijn snot en tranen zijn niet meer te bedwingen. Ik stort volledig in en hang op mijn stuur te janken als een baby. De bewoners van de boerderij zien duidelijk de ernst van de situatie in: Ik word van de motor gesleurd, ontdaan van mijn helm en onmiddellijk voorzien van water en suiker. De ondefinieerbare zwarte partikeltjes in het vieze plastic bakje met water kunnen me niet deren en ik schrok het naar binnen. Drinkbaar of niet. We zijn gered!

Een goede 4 uur later staan we eindelijk met een terreinvoertuig terug bij Caro. Die heeft de kracht niet meer om op te staan. De boontjes liggen eruit en de kleur van haar gelaat is assorti met mijn motor. Water en suiker kunnen daar slechts gedeeltelijk verandering in brengen. Ik heb medelijden met haar en voel me schuldig. Ik had mezelf als referentie genomen en onvoldoende rekening gehouden met haar beperkte ervaring die veel meer inspanning vergt. Een zware fout zo blijkt. Maar we zijn eruit geraakt. Dat is nu even het belangrijkste. Een pak van mijn hart!
Het water en de suiker heeft me er volledig bovenop geholpen en in minder dan 50 minuten rijd ik terug tot de grote weg. Stress heeft plaatsgemaakt voor een behoorlijke dosis adrenaline en euforie. Dit is kicken! Het water gaat er weer snel door maar geen nood, voorraad genoeg deze keer!

Vuile benzine

Reisverslag: Namibië 2010. Kaokoland - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Kaokoland
Na het woestijnavontuur nemen we twee dagen welverdiende rust in Palmwag. Een leuke Lodge, zwembadje, lekker eten, gin & tonic en even niet op de motor. Tijd om te bekomen. Hierna gaat het verder noordwaarts, richting Opuwo, om van daaruit de beruchte Van Zyl’s pas te rijden die geldt als de steilste en moeilijkste pas van Namibië. Het is een uitgemaakte zaak dat Caro de pas niet met de motor zal rijden en dus moeten we daar op zoek naar compagnie. Hem alleen rijden is te risicovol, omdat de kans op een serieuze valpartij te groot is en hulp ver weg. Hellingen en ondergrond zijn er van het behoorlijk uitdagende type. We hebben nog wat marge in de planning om in Opuwo op zoek te gaan naar andere waaghalzen, ware het niet dat de bedenkelijke kwaliteit van de Namibische benzine roet in het eten komt gooien. Het vuil van vele duizenden kilometers hebben de benzinefilter compleet verzadigd en in plaats van op zoek te gaan naar medereizigers, wordt het twee dagen van motor uiteenhalen en op zoek naar een oplossing. Carb cleaner blijkt uiteindelijk een afdoend middel tegen vuile benzinefilters, maar het heeft bloed, zweet en tranen gekost om in dit gat een bus van dat spul te vinden. Ondertussen zijn alweer twee dagen voorbij en we zijn geen halve toerist tegengekomen die ook maar enigszins in aanmerking zou kunnen komen om dit avontuur aan te vatten. Het wordt heel krap nu en ik baal behoorlijk, maar ik zie ook in dat langer vasthouden aan het plan om de pas te rijden de rest van de trip behoorlijk hypothekeert. Ik voel er evenmin iets voor om snel snel terug naar Kaapstad te moeten bollen en na een nachtje piekeren, ben ik vastbesloten de rest van de trip een kans te geven en dit idee te laten varen. Het is een last die van mijn schouders valt maar ik ben vastberaden om ooit terug te keren om de pas te rijden. Binnen een paar jaar een reisje naar Angola lijkt me wel een leuke gedachte. De TO DO-list is weer een stukje langer geworden.

We rijden langs een alternatieve route richting Kunene River en passeren langs verschillende Himba nederzettingen. De roodgeverfde topless vrouwen zijn een typisch beeld hier in het Noorden van Namibië en de primitiviteit van hun levenswijze contrasteert fel met de wereld die wij thuis gewoon zijn. Geen gsm’s hier zoals je bij de andere Namibische stammen wel eens ziet, maar oprechte authenticiteit.

Reisverslag: Namibië 2010. Kaokoland - Motomorgana, nomads riding around the world on a motorbike adventure.
Kaokoland
Als we uiteindelijk de Kunene River, het meest Noordelijke punt van onze tocht en meteen ook de grens met Angola, bereiken, komen we één van de weinige toeristen in deze regio tegen. Twee Britten rijden met een Landrover heel Zuidelijk Afrika door en we doen een babbeltje. Wat ze van plan zijn? Oh well we’re heading for Opuwo and you might not have heard of it but we’re up to the Van Zyl’s pass. Het bloed trekt weg uit mijn hoofd en ik voel me even niet goed worden. Ik weet even niet wat zeggen… Waarom, waarom, WAAROM verdomme konden jullie geen twee dagen eerder in Opuwo zijn… Die Britten… Soit, die TO DO list blijft bestaan, that’s for sure!