De grensovergang van Nigeria naar Kameroen neemt wat tijd in beslag, maar we geraken er zonder noemenswaardige problemen door. We vonden Nigeria eerder druk en enigszins agressief, zij het dan vooral verbaal en niet fysiek. Kameroen binnenrijden is een ware verademing. De sfeer is relaxed, de mensen zijn vrolijk en er wordt gedanst en gezongen. We worden hartelijk onthaald aan de grensovergang door militairen met een pint of zelfs een whisky-cola in de hand. Dit hadden we nog nooit gezien. Allemaal willen ze onze vriend zijn en mee vertrekken op avontuur, al willen ze ’s avonds wel zeker op tijd thuis zijn J.

Misschien nog meer dan door de mensen, zijn we sprakeloos door de prachtige omgeving. Kameroen is groen, met regenwouden zo ver je kan kijken, met de mooiste stranden, met kilometerslange thee- en rubberplantages, met af en toe ook wat verfrissende regen. De steden lijken minder druk dan de andere grote Afrikaanse steden waar we tot nu toe gepasseerd zijn. Eindelijk!

Riding into Cameroon: nothing but green

Kameroen: niks dan groen

De Kameroense keuken is eigenlijk gewoon dezelfde als die van West-Afrika: eerder monotoon, met hier en daar een exotische toets van apenvlees, rat of schildpad. Maar hier vinden we tenminste een alternatief: een koude burger langs de kant van de weg smaakt stukken beter dan het taaie gegrilde vlees dat ze overal verkopen. We slenteren rond op de markt, kletsen wat met de locals en dollen met een gekke lokale pruikenverkoper die Tom absoluut meer haar wil geven. Het duurt niet lang voor we doorhebben dat Kameroenezen niet verlegen zitten om een feestje meer of minder. Gelukkig wijst de hoteleigenaar in Kumba ons een kamer toe in een iets rustiger gedeelte van het hotel. Hij blijkt bijzonder veel sympathie te hebben voor die twee gekke motards op doorreis in Afrika.

Na Kumba rijden we naar Buéa, waar de Mount Cameroon op ons ligt te wachten. De berg is met meer dan 4000m de hoogste van het land en wordt omringd door een mysterieuze mist. Bij het binnenrijden van de stad regelen we meteen een gids om de berg te beklimmen.  Eens een paar dagen niet op de motor zitten, maar onze benen strekken, het lijkt ons wel iets. De beklimmingen zijn echter helemaal niet goedkoop. Na veel onderhandelen beslissen we om de tocht van 3 dagen te doen, zij het zonder ‘porteurs’ die onze bagage dragen. Als de secretaresse van het bureau het met haar 130 kg kan, dan kunnen wij het toch met een beetje bagage? Dat ‘beetje bagage’ valt spijtig genoeg nogal zwaar uit: een tent, matjes, slaapzakken, kookgerief en vooral eten en water voor de 3 dagen. We beginnen de volgende dag vol goede moed te wandelen, met Robinson – what’s in a name? – als onze gids.

The hike on mount Cameroon

De tocht op Mount Cameroon

Maar het duurt niet lang voor we moeten we toegeven dat de tocht te zwaar is: de gebroken voet van twee maanden geleden en de salmonella die ons veel kilo’s en kracht gekost heeft, spelen ons parten. Blijkt ook nog eens dat de secretaresse de tocht helemaal niet gedaan heeft. Hadden we die dragers toch maar meegenomen…

Heading for Limbe

De weg naar Limbé

De frisse lucht en de ongerepte natuur heeft ons nieuwe energie gegeven, die we de komende weken zeker goed gaan kunnen gebruiken. We rijden langs prachtige theeplantages richting Limbé, waar we voor de eerste keer relatief propere, maar vooral adembenemend mooie stranden te zien krijgen. We zien er als bij toeval Xaï terug, een Franse overlander die we voor het eerst in Marokko ontmoetten. Zijn waypoints leiden ons naar de ideale plaats om met de motoren het strand op te rijden en te genieten van het geweldige uitzicht over de oceaan.

Maar we moeten verder naar Douala, de grootste stad van Kameroen. We moeten dringend artikels en foto’s doorsturen en in het Engelstalige deel van het land is er geen internet door strubbelingen met het Franstalige gedeelte. Het is absoluut geen straf om in Douala te verblijven, integendeel. Buiten bij het binnenrijden van de stad vallen het verkeer en de smog heel goed mee. De stad bruist, je vindt er leuke restaurants en kan op elke straathoek een frisse pint drinken op een gezellig druk terras.

Ship wrecks along the coast between Douala and Kribi

Scheepswrakken langs de kust tussen Douala en Kribi

Lobe falls near Kribi

Lobe watervallen nabij Kribi

Het stadsleven wordt na drie dagen omgeruild voor de prachtige zandstranden in Kribi, de place to be voor Kameroenezen op zoek naar ontspanning tijdens het weekend. We moeten even zoeken, maar vinden via via een spotgoedkoop hotelletje, zonder luxe of stromend water, maar met het allermooiste zicht op de Atlantische Oceaan. Wat wil je nog meer? ’s Avonds duiken we met een andere reiziger het nachtleven in, waar het bier rijkelijk vloeit en de dancings volstromen met heupwiegende en uit-de-bol-gaande Afrikanen. Wat een sfeer!

A room with a view in Kribi, just 15 m away from the shore

A room with a view in Kribi, op amper 15 m van de zee