Vanuit Namibe, in het zuiden van Angola, ging het via een piste richting Virei. Het voelde heerlijk om langs de piste tussen de rotsblokken ons matje uit te rollen en onder de fabuleuze sterrenhemel te slapen. De volgende dag ging het over zanderige pistes, door authentieke dorpjes tot de afgelegen rotstekeningen van Chitundu Hulu. Lokale bewoners in traditionele kledij wezen ons de weg naar deze verlaten historische site en de omgeving was prachtig. Het zandploeteren moest ik er maar bijnemen. Maar Tom, die was in zijn nopjes natuurlijk!

Caroline in the Namibe desert, Angola

Caroline in de Namibe woestijn in Angola

A lovely night under the stars

Een zalige nacht onder de sterren

Local kid pointing us the way to Chitundu Hulu

Een plaatselijke jongen die ons de weg wijst naar Chitundu Hulu

The prehistoric rock carvings of Chitundu Hulu

De prehistorische rotstekeningen in Chitundu Hulu

De weg terug naar Namibe, die draaide enigszins verrassend uit: wat op de kaart als mooi asfaltweggetje van niemendal ingekleurd stond, bleek algauw een behoorlijk uitdagende piste. Rotsen, stenen, zand, droge rivieren, we zagen het allemaal en op de koop werden we opgehouden door twee platte banden. De laatste kilometers moesten we in het donker rijden. Toch een kleine ‘oef’ toen we behoorlijk laat in Namibe toekwamen. Een bed en matras na deze lange en zware dag hadden we echt wel verdiend!

Via de grote weg ging het richting Namibië. We slingerden door de bergen, langs de prachtige Serra da Leba – een opeenvolging van stevige haarspeldbochten – en maakten een tussenstop aan de Fenda da Tundavala, een kloof waar mijn hoogtevrees serieus op de proef gesteld werd. What a view! Maar dan niet naar beneden ;-). Het zou de laatste echte sightseeing in Angola worden, ons voorlopig favoriete land tijdens deze reis.

Sera da Leba, Lubango, Angola

Serra da Leba, Lubango, Angola

Caroline challenging her vertigo at Fenda da Tundavala, Lubango, Angola. Way to go baby!

Caroline probeert haar hoogtevrees te overwinnen aan de Fenda da Tundavala, Lubango, Angola. Way to go baby!

 

In Namibië hadden we enkele jaren geleden al gereisd en we wilden eigenlijk zo snel mogelijk richting Malawi, maar Namibië was het eerste land sinds lang waar we wisselstukken konden krijgen. Toms tandwielen waren dringend aan vervanging toe en zijn ketting stond zowat op springen. De enkele dagen in het land stonden in het teken van gastvrijheid. We ontmoetten een gezellige ‘ouma’ die ons zomaar uitnodigde voor het ontbijt en later voor perfect gebakken ‘braaivleis’ en de zachtste  kussens in haar logeerbed. We werden overspoeld met cadeaus die we onderweg zeker zouden kunnen gebruiken. De boeiende gesprekken en de vele tips kregen we er gratis bij.

Een zaagblad, beter kon je Toms tandwiel niet beschrijven. De tanden lagen volledig plat en de ketting slipte bij momenten behoorlijk door. Maar gelukkig vonden we – met de hulp onze nieuwe vrienden – een goede mecanicien in Grootfontein. Spannie en zijn zoon hielpen ons met nieuwe kettingen en tandwielen en we mochten hun werkplaats gebruiken om de verse banden op te leggen en de filters proper te maken. Het werd een gezellige namiddag, daar tussen al die mannen.

Tom's rear sprocket was due replacement

Toms achterste tandwiel was aan vervanging toe

Langs de Caprivi-strook in het noorden van Namibië ging het verder richting Zambia. Voor het eerst in lange tijd stonden er weer verkeersborden met olifanten, al zagen we helaas geen enkele kolos de weg oversteken. Nijlpaarden, die zagen we wel. Of we hoorden ze vooral! We kampeerden naast de rivier en ’s avonds kwamen de logge beesten in actie. Roepen op elkaar, grazen op de oevers, even de poten strekken na een lange dag in het water… Indrukwekkend, al belooft Zambia ook top te zijn op vlak van wildlife. We kijken er zeker naar uit!

Caroline in the Caprivi strip, heading for Zambia

Caroline in de Caprivi-strook, onderweg naar Zambia