Banden achterop, I just don’t get it!

Je ziet ze vaak passeren, de foto’s van adventure travelers op de motor, bepakt en bezakt alsof ze net niet de flatscreen en de wasmachine in hun bakken hebben proberen duwen. Traveling light heet het dan, want vaak werd wel zwaar geïnvesteerd in dure technische kledij die zo compact mogelijk kan opgeborgen worden, in de kleinste bandencompressor die je een arm en een been kosten en in de meest compacte slaapmat die je nog net toelaat om zorgeloos de nacht door te brengen. Tegelijkertijd zie je diezelfde vaak behoorlijk zware motoren uitgerust met alle fancy beschermstukken waarvan je jezelf afvraagt wat de meeste moeite heeft gekost: het ding ontwikkelen of de mensen overtuigen dat ze dit werkelijk nodig hebben. Elk merk geeft je wel een reden waarom zijn materiaal de absolute must have is voor de adventure reiziger. Het vormt vaak niet meer dan nodeloos gewicht. En niet zelden zie je achterop nog eens een volledige loeizware bandenset gebonden. Voor het geval dat… Traveling light zei u?

De realiteit is dat je behoorlijk weinig nodig hebt om vrij zorgeloos te reizen. Een bashplate, een paar bakken of tassen en een paar essentials die de meest voorkomende pannes onderweg oplossen. Op sommige motoren is een valbeugel nuttig. Op de meeste motoren dient het enkel om het idee te voeden dat je motor zonder krassen en waardeverlies een reis rond de wereld zal overleven. De eerste goeie valpartij slaat die illusie in no time aan diggelen.

Maar vooral de extra bandenset betekent vaak het verschil tussen pure off road fun en onnodig vermoeiend geploeter. Mijn advies: laat die banden thuis! Je rit wordt veel aangenamer en de investering van je zuurverdiende centen in licht materiaal krijgt opnieuw zin. Maar wat als we onze band kapotrijden, hoor ik je al denken? Of wat als ze versleten zijn? Ik heb op al de reizen die ik heb ondernomen nog NOOIT een band in die mate kapot gereden dat ik niet meer verder kon. Zelfs een behoorlijk groot gat in de zijflank werd gerepareerd en hield het nog duizenden kilometers probleemloos uit. Soms weet je op voorhand dat je banden het niet zullen uithouden tot het einde van de rit maar meestal kan je ongeveer wel inschatten waar ze aan vervanging toe zullen zijn. In het geval banden niet lokaal beschikbaar zijn, laten wij ze verschepen. Dat kan vrij goedkoop als je een aantal aandachtspunten in het achterhoofd houdt.

Here we go:

1. De lage factuur

Als je iets wil verschepen naar het buitenland, is een factuur vereist. Die laat toe om bepaalde kosten te berekenen zoals mogelijke invoerrechten, administratieve kosten en eventueel verzekeringen. Hoe hoger het factuurbedrag, des te hoger de bijhorende kosten. Vraag je leverancier – of gelijk wie met een bedrijfje – om een hele lage factuur en een creditnota, die de factuur teniet doet, op te maken. Met die factuur ga je naar de shipper. Een bandenset die origineel €200 kost, passeert even goed aan €50. In verre landen hebben ze absoluut geen benul van de waarde van wisselstukken.

2. De Carnet of TIP

Deze gouden tip werd me aangeraden door een douanier in Dakar, Senegal, en ik heb hem sindsdien meermaals met succes toegepast. Wanneer je stukken invoert en je bent van plan om die te gebruiken voor je voertuig dat je tijdelijk invoert, hetzij met een Carnet de Passages, hetzij met een TIP (temporary import permit), dan zijn doorgaans ook die stukken vrij van invoerrechten. Neem je carnet of TIP zeker mee naar de douane en dring vooral aan. Aanvankelijk wordt dit vaak geweigerd, maar een beetje overtuigingskracht scheelt je al gauw een hoop in je portemonnee! Administratieve kosten komen hierdoor niet te vervallen.

Door tip 1 & 2 toe te passen betaalde ik in Congo slechts €45 kosten voor €900 wisselstukken en banden. Geloof me, dat is extreem laag. Niet zelden zijn de invoerrechten een pak hoger dan de waarde van de goederen!

3. Een vaste logistieke partner

Zoek een vaste logistieke partner die begrijpt wat je noden zijn. Ga niet voor de hele grote bedrijven waar je slechts een nummer bent. Kleine organisaties met slechts enkele medewerkers zijn veel bereikbaarder en doen vaak meer moeite. Een motor- of reis-enthousiasteling onder de medewerkers is zeker mooi meegenomen. Iemand die zelf warm wordt van je project zullen we maar zeggen. Volg je zending op en vraag steeds een schriftelijke bevestiging met een kopie van de airway bill en het vluchtnummer. Mondelinge confirmaties zijn waardeloos.

4. Geen door-to-door

Maak niet de fout door goederen aan de deur te laten oppikken en leveren. In sommige gevallen werden de transportkosten daardoor tot 3 keer zo hoog. In de plaats daarvan zoek je een vriend die de goederen tot aan de cargo afdeling op de luchthaven rijdt en haal je zelf de goederen af op de luchthaven van bestemming.

5. Bestemming

Niet onbelangrijk: doe de nodige research over de bestemming. Sommige luchthavens staan bekend als moeilijk, duur of onbetrouwbaar. Andere zijn vlot en goedkoop. Grote aanvoerhavens voor de industrie zijn je beste optie. Dakar wel, Nouakchott niet. Pointe Noire wel, Muanda of Cabinda niet. Valparaiso wel, Buenos Aires niet… Even googelen en forums afschuimen werkt in elk geval goed.

6. Timing

Niet onbelangrijk is de timing. De eerste paar dagen opslag in de haven zijn doorgaans gratis of tegen een vaste, redelijke prijs. Laat je de goederen langer achter, dan kunnen de kosten behoorlijk hoog oplopen. Het verschepen zelf duurt vaak niet langer dan 3 à 4 dagen. Vliegtuigen zijn snel en dat is goed, maar als je zelf pas laat op de plaats van bestemming aankomt, kan het in je nadeel spelen. Ga er vooral niet van uit dat iemand je zal contacteren als je goederen ter plaatse zijn. Vaak gebeurt dat ofwel helemaal niet, of veel te laat waardoor je onnodig kosten betaalt. Je logistieke partner kan je helpen met de contactgegevens.

Veel plezier en happy travels!